Teleurgesteld, geschrokken en geraakt heb ik vorige week geluisterd naar de berichten waar de landelijke politie in hun dagelijkse werk aan bloot gesteld wordt. 

Ik moest meteen denken aan de titel van een seminar van dr. Franz Ruppert wat ik in maart 2019 in Culemborg bijwoonde: Wie ben ik in een getraumatiseerde samenleving? Waar de politie mee te maken heeft zijn getraumatiseerde burgers in een getraumatiseerde samenleving. 

“Trauma is een begrip 
dat we liever niet in de mond nemen”

Tot een paar jaar geleden dacht ik bij trauma in eerste instantie aan mensen die zijn blootgesteld aan heftige gebeurtenissen zoals een oorlog, een watersnoodramp of een gewelddadige overval. Bijzonder om te constateren, dat ik zelfs 16 jaar na de moord op mijn vader, het soms nog kan ervaren als het verhaal van een ander. Mijn vroegkinderlijke ervaringen in het gezin zijn, naast de plotselinge moord op mijn vader, zo bepalend geweest voor mijn ontwikkeling als mens, voor de manier waarop ik in het leven sta en reageer op anderen en situaties.  

Door het vergroten van mijn kennis op het gebied van trauma, innerlijk werk te verrichten, te leren van mijn begeleiders en door de verhalen van anderen, kan ik als ervaringsdeskundige zeggen dat trauma van ons allen is. 

Trauma is een begrip dat we liever niet in de mond nemen. De symptomen of signalen herken je misschien wel. Steeds meer mensen lopen rond met een ontevreden gevoel. Het percentage burn-out stijgt in alle leeftijdscategorieën.                             

(Meervoudige) psychische problemen in verschillende gradaties in onze maatschappij nemen toe. We verlangen naar een ander leven en voelen ons machteloos dat we niet in staat zijn om het leven te leven waar we ten diepste naar verlangen. We gaan groter wonen, volgen een cursus grenzen stellen, nemen een time-out of sabbatical en gaan een keer extra naar de sauna. Allemaal zaken die ons tijdelijk een goed gevoel geven, maar op de lange termijn niet de oorzaak aanpakken van datgene wat we als een probleem ervaren. 

We hebben manieren aangenomen om de gevoelens die ooit ergens zo overweldigend waren te onderdrukken, weg te stoppen, het er niet te laten zijn. Dit noemen we overlevingsdelen, verdedingsmechanismen of maskers. Vaak duiden zinnen als “dit is hoe ik het doe”, “ik heb het een plek gegeven”, “dat gebeurt mij nooit meer” op overlevingsdelen, die hard aan het werk zijn om bepaalde gevoelens uit te schakelen of niet naar boven te laten komen. 

Die overlevingsdelen bepalen, vooral in stressvolle situaties, hoe we ons gedragen, hoe we verbinding maken met anderen en of we anderen wel of niet (kunnen) vertrouwen. Ze hebben dus invloed op onze relaties thuis, op het werk en hoe we ons in het maatschappelijk verkeer tot anderen verhouden.

Hoe vaak zie jij agressie of ongepast gedrag in het verkeer? In de rij in de supermarkt? Aan de zijlijn van het voetbalveld? Of wanneer ouders de docent van hun zoon of dochter met veel verbaal geweld overtuigen dat zij/hij een ander schooladvies moet geven? Wat dacht je van de angstculturen die heersen in organisaties? De wijze waarop je collega in het bijzijn van anderen wordt vernederd. 

Hoe er over anderen wordt gesproken in plaats van met anderen. Maar ook hoe jij je verzet tegen een collega, gewoon omdat die iets bij je aanraakt, waar hij of zij geen weet van heeft. Allemaal vormen waarin jij en ik strijd voeren met de buitenwereld voor iets wat binnen in onszelf afspeelt. 

“Wij mensen traumatiseren elkaar voortdurend.
Wat doet dat met ons?”

Dit gedicht schreef ik op 5 september jl. toen ik weggedoken onder een deken, naar een politiecommissaris luisterde, die deelde wat zijn collega’s in het veld haast elke dag meemaken. 

Wat doen we
Met elkaar
Tegen elkaar
Elkaar aan

We verleggen
de pijn
Die we in ons
voelen
Naar de ander
Buiten onszelf

Zodat we zelf
De pijn
Het verdriet
Het gemis

Niet
Hoeven voelen

Je duikt weg achter
woorden, meningen
opvattingen en overtuigingen

Wat doen we 
Elkaar aan

Om zelf maar
Niet te hoeven
Voelen wat 
Eigenlijk 
Gevoeld wil worden

Je zou je eens kunnen afvragen, wat jouw ‘overlevings’gedrag met die ander doet. En kunnen onderzoeken wat de manier waarop jij reageert naar je partner, ex-partner, kinderen, collega, manager, clubgenoot, medeweggebruiker of agent over jou zegt. Wat maakt dat je reageert zoals je reageert? En wees eens eerlijk: wat wil je bewijzen, wat wil gezien worden in jou, wat probeer je weg te stoppen, waar gaat het nu eigenlijk echt over? 

Het is makkelijker om het buiten je jezelf te leggen. Het vraagt moed, innerlijke kracht en doorzettingsvermogen om voorbij te komen aan datgene wat je ooit nodig had om te overleven. Voorbij te komen aan datgene wat jou en je omgeving niet meer dient. Zodat we kunnen gaan samenleven met elkaar vanuit autonomie, met respect voor elkaar en het verhaal wat we bij ons dragen. 

“Wees voor jezelf en de ander de samenleving waarin je wilt leven.”

Son, september 2019

#

No responses yet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *